Doneren
Een bijdrage leveren aan het behoud van de kerken van de Stichting Oude Groninger Kerken? Word donateur.
DonerenIn het zuidelijk Westerkwartier, bestaande uit de landschappen Vredewold en Langewold, ligt een viertal ongeveer parallel van zuidwest naar noordoost verlopende, vrij vlakke zandruggen. Op de meest zuidelijke rug, in het Vredewold, ligt het dorp Marum. Het tamelijk geïsoleerd gelegen Vredewold raakte waarschijnlijk pas bewoond ten tijde van de Karolingische dynastie. Marum is het oudste dorp op deze zandrug. Op oude kaarten wijst de onregelmatige blokverkaveling op eeuwenoud gebruik van de landerijen.
Het gebouw, een van de oudste bakstenen kerken in Groningen, bestaat uit een westtoren en een vrij kort schip met een inspringend, vijfzijdig gesloten koor. Het oudste gedeelte is het koor dat stamt uit de tweede helft van de 12e eeuw.
In de zuidmuur bevindt zich een dichtgemetselde priesteringang. De ronde boog van dit portaal rust op een latei van rode zandsteen. Van de Romaanse rondboogvensters in het koor is slechts in de noordelijke muur een klein exemplaar in dichtgemetselde toestand bewaard gebleven. Oorspronkelijk zaten in de koorsluiting geen vensters. In de 16e eeuw was er kennelijk behoefte aan meer licht en werd in het meest zuidelijk muurvlak van de koorsluiting een laag venster ingebroken dat naderhand weer is dichtgemetseld.
Het schip, iets jonger dan het koor, stamt uit het eerste kwart van de 13e eeuw. De beide lange gevels zijn voor een deel om de muren van het koor heen gemetseld. Zowel de noord- als de zuidgevel had oorspronkelijk een ingang. Het noordelijke (vrouwen)portaal is echter dichtgemetseld en deels verborgen achter een steunbeer. Tegenwoordig geeft alleen het zuidelijke (mannen)portaal toegang tot de kerk. Boven de ingang (ook de dichtgemetselde aan de noordkant) zit nog een, bijna tussen steunbeer en dakrand ingeklemd, rondboogvenster. De huidige grote rondboogvensters in het schip en het koor zijn bij een grondige renovatie in 1770 ingebroken. Om het verder verzakken van de muren te voorkomen werd in de tweede helft van de 18e eeuw aan de noord- en zuidzijde van het schip forse steunberen gemetseld.